3 augustus. Lugo – Santiago 113 km (T2.260 km). 1624 hoogtemeters. Vanmorgen voor de laatste maal het ritueel van fietszakken vullen en fietsen monteren. Niet dat dit een bijzonder gevoel gaf. Het was louter het idee dat een avontuur dat 23 dagen geleden begon straks ten einde zou zijn. Het leek zo vlug voorbij en toch zat onze rugzak vol herinneringen, zoveel zelfs dat we foto’s nodig hebben om ons te herinneren aan deze of gene pic nic plaats, aan de vele momenten van pauzeren, koffie drinken, drinkflessen vullen… Vandaag was de enige dag waarop ik wist waar we zouden arriveren en waar we zouden overnachten. Zeven jaar geleden was ik al in Santiago en logeerde ik al in hetzelfde hotel. Vandaag ging het dus wat moeilijker om te genieten en leek plots de eindbestemming de overhand te nemen. Dat we er bijna waren, zagen we aan de vele pelgrims die we langs de weg tegenkwamen. Na goed 40 km belandden we immers op de traditionele Camino Francès en die wordt goed bewandeld. Wel weinig fietsers gezien. Behalve dan het Bulgaars trio maar hierover vertelt Mireille ongetwijfeld ook nog iets. Compostela is iets anders dan Rome binnenrijden. Kleiner en hier lijken alle mensen hetzelfde doel te hebben, iedereen lijkt hier op een of andere wijze een pelgrim te zijn. De waardering van de medepelgrims is dan ook groot. We hebben allemaal een gevoel van “we hebben het gehaald”. En dat hebben we zeker. Het was een lastige camino, door de warmte, het parcours en de dagelijkse afstanden. Nu moeten we alles opnieuw op een rijtje zetten want straks begint opnieuw het dagelijkse leven, aan een ander tempo, maar daarom zeker niet makkelijker. (Herman).
Deze dag beschrijven als de vorige 22 zou een oneer zijn. Ik voelde het al deze morgen, het ritueel, dat Herman reeds beschreef, was niet anders, en toch… Het was de laatste keer, voor al onze rituelen. Opluchting, en tegelijkertijd al het gemis voelen van. Deze laatste etappe was, gezien de hoogtemeters en de afstand weer niet de gemakkelijkste, en toch, het leek wel alsof het vanzelf ging. Ik beleefde deze dag heel intens, wetende dat dit nooit meer terug zal komen. Samen onderweg, maar toch alleen, samen iets beleven maar toch iets anders ervaren,meer dan 2200 km alleen op de fiets doet iets met een mens. Je komt andere mensen tegen waarmee je heel even praat, en dan weer anderen zoals vandaag, de Bulgaren waarvan er één, Victor, met ons de avond heeft doorgebracht. Maar je komt vooral jezelf tegen en dat is niet altijd even fraai. Soms moet je toegeven aan de kracht van de natuur, zoals de wind, of de grilligheid van het landschap, maar toegeven aan je eigen tekortkomingen is heel moeilijk. Ik ben blij dat het gedaan is, blij dat ik niet heb toegegeven, maar vooral heel gelukkig dat ik steeds weer de kracht en de uithouding heb gevonden die me met de paplepel zijn ingegeven. Daarom wil ik deze pelgrimstocht opdragen aan mijn ouders die daarin altijd een voorbeeld zijn geweest. (Mireille)